nl en
Burnt Home 7, kleurpotlood en aquarelverf op papier, 150 x 285 cm, 2010
Burnt Home 7, kleurpotlood en aquarelverf op papier, 150 x 285 cm, 2010
Collectie Fries Museum.
mei 10

Een ongecensureerd praatje

Tekst tentoonstelling "Burnt Home", Witzenhausen Gallery New York. Op verzoek van galeriehouder Jacob Witzenhausen schreef ik ongecensureerd over de achtergrond van mijn tekeningen serie "Burnt Home" voor mijn solo in New York.
Een ongecensureerd praatje
Mijn ouderlijk huis was afgebrand en de dochter van de tweede vrouw van mijn vader belde op: “Verschrikkelijk toch, er is bij jullie al zoveel rampzaligs gebeurd”. Iemand die rampen aantrok was m’n moeder; zou ze ruim 30 jaar na haar zelfmoord vanuit de hemel dit scenario voor mij hebben uitgedacht?
Ik was al een tijdje met “Mijn moeder” bezig als onderzoeksproject aan de Amsterdamse universiteit en zat vaak te snuffelen in die oude, naar sigarenrook, stinkende dozen met familiekiekjes. Een prachtig beeld kwam me meteen voor ogen: die familiekiekjes tegen de achtergrond van die verbrande boerderij. Dat wil ik gaan tekenen in mijn studio in Amsterdam, een voormalige hoerenkast. Ik ben meteen naar de plek des onheils gereisd en heb foto’s genomen van het laatste restje familiegeschiedenis.
Wij woonden in een West-Friese stolpboerderij die met dezelfde 17de-eeuwse, wiskundige geest was gemaakt als de plattegrond van de Beemster én van Manhattan. Een stolpboerderij ontstaat vanzelf als je met vee tegen een hooiberg aan gaat wonen. Twee van die afgebrande, eikenhouten stammen, die de simpele kubus van de hooiberg vormde, zie je op m’n tekeningenserie Burnt home terugkeren. Het piramidale dak, dat over de kubus van de hooiberg naar beneden liep naar het huis er omheen, was helemaal afgebrand. Op de tekening Burnt home 5 heb ik mijn eerste herinnering afgebeeld: mijn moeder werd door mensen uit het dorp naar huis gedragen, er werd geschreeuwd, tumult, ik zag haar boven op de dijk. “Was ze dronken”, vroeg iemand.
”Nou, ze was bepaald niet in een feeststemming”, antwoordde ik. Wat schaamde ik me, die lompe buren tussen de benen van mijn moeder. Achter dat mysterieuze raam met die ronde boog was ik geboren. Het was de keuken, ik maakte er mijn eerste koppoters en toen het hele gezin achterin de boerderij ging wonen heb ik die keuken voor mijn artistieke activiteiten gebruikt. Dat heb ik op de tekening Burnt home 4 uitgebeeld: ik vormde een gitaarduo met mijn buurjongen om The Everly Brothers na te bootsen, ik repeteerde daar met mijn eerste band en daarna had ik als zestienjarige in die voormalige keuken m’n eerste atelier. Ik ging van de HBS af en had m’n ouders zo ver gekregen dat ze de Amerikaanse cursus Famous Artists betaalde, prachtige boeken, maar ‘famous’ word je er niet mee. Maar mijn moeder lag wederom overspannen in het ziekenhuis. Toen ik 8 jaar was ging ze al voor 4 jaar naar een psychiatrisch ziekenhuis Sancta Maria, elke zondag reisde we na melktijd met pappa in bus en trein helemaal naar Noordwijk. Ik was gek op m’n moeder, hield van haar kleren –dat zie je wel op de tekeningen terug- en ik miste haar erg. We waren katholiek en mijn moeder vereerde Maria. Zij, Afra, was nog maagd toen ze , achtentwintig jaar oud, trouwde (Burnt home 2). Ze had het liefst al haar kinderen onbevlekt gehad, want elke keer raakte ze na de bevalling in een crisis. Het was aan het eind van de winter dat een broertje verdronk en mijn vader had het niet gezien (Burnt home 6). Met vleugels, die ik naar Henry Darger tekende, stijgt het op naar de hemel, hij is een ‘engeltje’, zeiden ze tegen ons.
Mensen vroegen mij wel wat mijn werk met Darger te maken heeft. Naast verwantschappen die ik bij nadere kennismaking ontdekte, nam ik stijlelementen van Darger over, Darger jatte zelf ook veel van foto’s uit kranten, kleurboeken en comics. Ook in Darger’s jeugd vonden ingrijpende gebeurtenissen plaats in het vroege voorjaar. Paaszondag was voor Henry verbonden met de dood van zijn moeder en verlies van zijn zus. Mijn moeder stierf op 26 februari, dezelfde datum dat mijn tentoonstelling MUM opende in W139. Haar kist stond achter het ronde raam in de keuken (achter het raam van Burnt home 4 en 5).
Maar terug naar het vroege voorjaar van 1960 toen mijn broertje verdronken was. Een maand later zag ik zelf ‘s morgens vroeg m’n vader huilend voorbijlopen in boerenkiel, wij zaten weggekropen in de gang te snikken, mijn kleinste broertje was “in het bedje gestikt”. Ik heb toen heel veel gebeden dat hij ook in de hemel zou komen en dat zie je op Burnt home 7. Ik heb me bij deze tekening laten inspireren door Ex-Voto’s, religieuze voorstellingen waarop gebeden wordt om iets van God of Maria gedaan te krijgen en dan uit dank in de kerk worden gehangen. Toen ik als zeventienjarige in de keuken zat te schilderen hoorde ik de ware toedracht: Mijn moeder een moordenaar! Tot op heden veroorzaakt dat eindeloze ruzies met broer en zus ( op Burnt home 7 zijn mijn zus en broer afgebeeld), die ik uit de weg ga en niet meer zie. De tekeningen van Darger hielpen me om de ‘wurgscène’ uit te beelden. Een neef en een nicht schreven me na een bezoek aan MUM in W139: “veel respect (te hebben) met de wijze waarop je ‘het leven in Onderdijk’, zoals dat zich heeft afgespeeld in jouw beleving, hebt afgebeeld. Mogelijk ook heel therapeutisch en voor ons heb je het visueel heel duidelijk gemaakt”.
Zou Burnt home 9 therapeutisch zijn omdat ik me heb gekeerd naar m’n moeder en in m’n nakie een gebed richt tot wie? Wat drinkt mijn moeder, het bloed van Christus? Ik sta in de plaats van pastoor en speelde als kleine jongen in de koestal vaak ‘pastoortje’ met de namaak ampullen van grootmoeder en een gipsen ‘totempaal’, waarin allemaal glinsterende voorwerpen waren gedrukt. Mijn buurmeisjes waren de misdienaartjes. De buren, die zo vaak op de koegang kwamen om melk te halen, zijn links en rechts afgebeeld, alsof het carnaval is, tussen de gekken van Goya en Géricault. Een “madhouse”, een gekkenhuis was het vroeger bij ons! Ondertussen was al decennialang de boerderij in vreemde handen. Met de brand werden hun sporen uitgewist en is de ruïne mijn eigendom geworden. Burnt home is mijn autobiografische erfenis!

Pedro Bakker, Schettens (Friesland), 27-05-2010