okt. 25
IJdel Licht
Proefopnamen van de eerste Draaidagen: Parijs, 1950. De jonge dichter en schilder Lucebert logeert bij Simon Vinkenoog en Juc Cohen. Een onmogelijke verhouding met Frieda Koch in Amsterdam is hij ontvlucht. Op een ochtend komt Juc ziek thuis van haar werk, terwijl Lucebert een brief aan Frieda schrijft. Uit een boek over nazi-Duitsland (Kogons Der SS-Staat) vallen foto's van familieleden die Juc in de oorlog heeft verloren. Dit brengt Lucebert terug naar de tijd dat hij nog Bertus Swaanswijk heette.
Midden in het Derde Rijk komt Bertus met andere Nederlandse jongens aan in Wittenberg. Ze worden tewerkgesteld in de WASAG-munitiefabriek in Apollensdorf. Bertus is enthousiast over de Duitse cultuur. De brieven die hij naar zijn vriendin Tiny in Amsterdam stuurt, ondertekent hij met 'Heil Hitler!'
In Dessau ontmoet Bertus regelmatig Wim Kraaijkamp, een oude vriend uit zijn kindertijd, met wie hij liefde voor poëzie, voordracht en muziek deelt. Wim vertelt dat hij zich opgegeven heeft voor de SS, net als ze langs het verlaten Bauhaus lopen. Der Verliebte van Paul Klee zweeft in de maan en is te zien in de catalogus waarin Juc bladert.
Juc beseft dat ook zij het verleden onder ogen moet zien, al wil ze niets meer met Amsterdam te maken hebben. Lucebert denkt terug aan de propagandafilm JudSüss die hij met Tiny zag, voordat hij naar Duitsland vertrok.
Lucebert: David Roos
Juc: Ezra Koppejan
Montage: Jos Driessen
Camera: Jan Wich
Geluid: Jan Veenhoven
Scenarist: Solvanus Liebherr
Scriptcoach: Gijs van der Lelij
Regie: Pedro Bakker